23 februari 2024
Column door JACE van de Ven
Aan de kanten van Oirschot en Middelbeers heb ik goeie toneelprestaties gezien. In Oirschot was ik als puber al in de jaren zestig eens getuige van de opvoering van een Griekse tragedie waarin de stad Troje in vlammen opging. Het was een openluchtuitvoering en tegelijk met de pregnante alexandrijnen die de spelers uitspraken over de brand van Troje, naderde er een fiks onweer dat met zijn bliksemflitsen en dondergeluiden de teksten extra dimensie gaf. Op een gegeven moment kletterde de regen neer, maar heel het publiek bleef zitten.
Later als recensent van het Brabants Dagblad ben ik wel eens lyrisch geweest over de prestaties van toneelgroep Keskenaote uit Middelbeers, vooral als zij dicht bij huis bleven en hun spelers dingen lieten doen die in een Kempische dorp herkenbare handelingen zijn. En nu stuit ik op René Zeebregts, theaterverteller, acteur. Hij is niet bepaald nieuw op het podium, maar ik had hem nog nooit eerder gezien en het lijkt erop dat ik mezelf daarmee tekort heb gedaan.
René Zeebregts (65) is een ervaren toneelspeler, een gepassioneerd theatermaker. De laatste decennia maakte hij voornamelijk locatietheater met de groep Strapatsen op tekst van Mark van Seggelen met wie hij eerder in het straattheater actief was als Seggel & Zeep. Daarvoor weer speelde hij bij verschillende groepen, schrijvers als Arrabal en Pinter. De voorkeur voor enigszins absurdistisch repertoire kenmerkt zijn carrière. Dat is soms ook zo bij het verteltheater waarmee hij sinds een kwart eeuw naam heeft gemaakt en zeker bij zijn huidige productie, ‘Dagboek van een Gek’, die ik iedereen van harte aanraad.
‘Dagboek van een Gek’. Iedereen in Nederland die ouder is dan veertig herinnert zich bij die titel onmiddellijk Henk van Ulsen. Dat icoon van het naoorlogse Nederlandse toneel heeft deze tekst in verschillende producties talloze malen gespeeld. Hij was de maatstaf. ‘Dagboek van een Gek’ was van Van Ulsen.
We zijn nu een kwart eeuw verder en nieuwe interpretatoren mogen zich aan de monoloog van Gogol wagen zonder meteen vergeleken te worden. Zo ook René Zeebregts, hij is dan weliswaar geen professioneel acteur, maar heeft door de jaren heen – door ervaring en via cursussen – een niveau bereikt waarop dictie, mimiek en andere uitingsvormen van beleving van een tekst bij hem niet onderdoen voor een wel in het acteursvak opgeleid iemand. Daarbij bezit René Zeebregts een aangeboren, natuurlijke aanwezigheid. Als hij opkomt, kijk je. Als hij zijn mond open doet, luister je.
Blijft natuurlijk dat een monoloog van dik een uur hoog gegrepen is. Om zoiets tot een goed einde te brengen, moet eerstens de tekstkennis volkomen zijn. Daarvoor repeteerde Zeebregts vaak tijdens lange wandelingen de tekst. “Om niet in slaap te vallen”, verklaart hij. Hij moest dan ook ongeveer zevenduizend woorden van buiten leren. En niet zomaar om op te dreunen als strafwerk op school, maar om ze te doorleven en verstaanbaar en invoelbaar over te dragen aan een publiek.
‘Dagboek van een Gek’, is een productie
die ik iedereen van harte aanraad.
In het jaar dat hij samen met regisseur Jan Adriaans zijn tanden zette in het verhaal van Gogol wikten en wogen ze elk woord en elke situatie. Soms besloot de regie tot een kleine aanpassing, maar niet te ver van het origineel verwijderd, want het verhaal van Gogol in de vorm van een dagboek, is nauwelijks te verbeteren en na tweehonderd jaar nog fris en direct en vol van alleen maar functionele woorden. Er is alleen maar de eenzame ambtenaar Aksenti en diens gedachten die hij in een dagboek noteert. Daardoor is het verhaal zonder ingrepen te interpreteren als een theatermonoloog. Daarin zien we Aksenti in al zijn eenzaamheid steeds verder wegdwalen van de realiteit. Hij zal geen carrière maken, niet de liefde kennen, noch aanzien verwerven dan alleen in zijn fantasie.
Met eenvoudige middelen, zonder teveel versieringen en daardoor direct en intens invoelbaar voert René Zeebregts hem ten tonele. Hij gebruikt een enkel attribuut, een bureautje, de spijlen van een stoelleuning, uitgescheurde krantenartikelen. Als de elkaar opvolgende dagen komt hij op in het oosten en verdwijnt in het westen. Tot hij wordt opgepakt…
Het ritme dat regisseur en speler in de vertolking hebben gebracht, wordt op superieuze wijze onderstreept en van gevoel voorzien door het accordeonspel van Wim Ruis. Soms klinkt het of hij verder borduurt op de toonhoogte van de laatste klank die Aksenti uitsprak. Hij verwerkt op volksmuziek gebaseerde melodieën in zijn begeleiding en is niet teveel en niet te weinig aanwezig. Dosering is ook een van de sterke kanten van deze voorstelling.
Ik zag de solovoorstelling ‘Dagboek van een Gek’ van Nikolaj Gogol door Verteltheater René Zeebregts in Hilvarenbeek in de theaterruimte van de biologische boerderij van Jan van den Broek als recensent, maar ik ga hem bijna zeker nog eens bekijken om er van te genieten zonder dat ik er iets over moet schrijven.
Zaterdagavond 24 februari 2024 is de voorstelling te zien in het Cantine Theater in Budel-Dorplein, en op 23 en 24 maart op een locatie in Tilburg die voor de gelegenheid ‘Het theater op sokken’ is gedoopt. Meer informatie en aanmelden om deze en de nog komende voorstellingen te bezoeken kan via www.verteltheaterzeebregts.nl, info@verteltheaterzeebregts.nl of 06-44437505.
Hieronder vind je de verwijzer naar het originele artikel op de site van Brabant Cultureel.
René Zeebregts laat zijn publiek het Dagboek van een Gek beleven – Brabant Cultureel